Kromme Grietje

Kromme Grietje, verleden en heden

Op 12 mei 1978 kregen wij een telefoontje van Mevrouw Spaan uit Rotterdam. De ouderen onder de Rotterdammers hebben haar vast wel gekend.

Zij vertelde dat ze een aap had gevonden en vroeg of ze hem kon brengen. Wij dachten dat ze een grap maakte en gewoon weer eens wilde komen kijken. Na enkele uren kwam ze samen met haar man binnen.

Geloof het of niet maar ze had werkelijk een aapje gevonden.
Op Katendrecht stond tussen de vuilniszakken op de stoep, een papegaaienkooi met daarin een Java-aapje. Wij hadden al heel wat rare situaties mee gemaakt maar dit was zelfs voor ons onvoorstelbaar.

Dat was niet het enige waar wij ons over verbaasde, maar de conditie van het aapje was werkelijk erbarmelijk.
Java- apen hebben normaal een rechte rug. Die was bij Grietje helemaal rond.

Het was net een voetbal met ergens een koppie, 2 voorpootjes en een staartje. De achterpootjes zag je niet. Je hoeft niet te vragen wat dat kleine ding geleden had. Normaal lopen kon ze niet meer. Ze schuifelde op haar kontje over de grond. Ze heeft beslist verschillende jaren in die kleine kooi gezeten. Ook de voeding is vrijwel zeker slecht geweest.

In de Apenhof knapte ze snel al een heel eind op. Ze ging weer enigszins normaal lopen op haar achterpootjes, in plaats van schuifelen.
Na verloop van tijd kon ze ook heel aardig klimmen. Jarenlang ging het goed met haar. In haar kooi zaten nog 2 kneusjes waar ze het heel goed mee kon vinden. Deze 3 “kromme kinderen”zagen wij de eerste jaren zelfs nog spelen en af en toe naar hartenlust bekvechten.

Enkele jaren geleden begonnen Grietjes tanden uit te vallen. Ze hield nog 1 voortand over, wat haar het uiterlijk gaf van een oud besje. Ze ging zienderogen achteruit. September 2009 werd het ons duidelijk dat ze het niet lang meer zou maken. Een vrijwilligster kwam Dick roepen met de boodschap dat Grietje van de zitplank gevallen was en uit haar mondje bloedde. Dick heeft haar toen goed bekeken en kon weinig bijzonders vinden. Toch was hij erg ongerust en hield haar scherp in de gaten. De daarop volgende dagen bleef Grietje zoveel mogelijk laag bij de grond.

Toen ze ook daar om begon te vallen wist Dick genoeg.
Hij ging samen met de vrijwilligster naar de dierenarts. Onze vrijwilligster dacht dat dokter Wim de Vries nog wel wat kon doen maar dat was een misrekening. Wim wilde Grietje alleen nog haar laatste spuitje geven.

Hoewel wij haar erg missen zijn wij blij dat ons “ kromme kind” nog 30 jaar bij ons geweest is en duidelijk plezier heeft gehad na haar pijnlijke jeugd.